Soms heb je gewoon iets zachts nodig. Een warme trui. Een vriendin die zegt: “Het is oké.” Of even een moment waarop je denkt: ik hoef het niet perfect te doen.
Dat is waar zelfcompassie begint.
Maar laat je niet misleiden: zelfcompassie is geen zwakte. Het is geen softe praat. Het is juist krachtig – het helpt je om met meer mildheid, veerkracht en zelfrespect door het leven te gaan. En dat gun ik iedereen.
Wat is zelfcompassie?
Zelfcompassie betekent vriendelijk en begripvol zijn voor jezelf, vooral op momenten dat het moeilijk is. Je hoeft het niet altijd goed te doen om goed genoeg te zijn.
De Amerikaanse psychologe Kristin Neff, dé expert op dit gebied, beschrijft drie onderdelen van zelfcompassie:
- Vriendelijkheid voor jezelf – in plaats van harde zelfkritiek
- Gedeelde menselijkheid – beseffen dat falen en pijn bij het mens-zijn horen
- Mindfulness – bewust stilstaan bij wat je voelt, zonder te overdrijven of weg te duwen
💬 De tegenhangers zijn herkenbaar voor velen:
- zelfkritiek (“Wat stom van mij…”)
- isolement (“Waarom ben ik de enige die dit niet aankan?”)
- over-identificatie (“Ik bén een mislukking” in plaats van “ik maakte een fout”)
Zelfcompassie betekent dus niet dat je jezelf zielig vindt, of dat je alles maar goedpraat. Het is juist eerlijk zijn met zachtheid.
Zelfvertrouwen of zelfcompassie?
Het lijkt misschien hetzelfde, maar er zit een belangrijk verschil tussen zelfvertrouwen (self-esteem) en zelfcompassie.
Zelfvertrouwen is vaak voorwaardelijk:
Als ik goed presteer, als ik een mooi huis heb, als ik slank ben – dan voel ik me goed over mezelf.
Maar wat als die baan wegvalt, of die relatie eindigt, of je lichaam verandert? Dan kan je zelfvertrouwen zomaar wankelen. En komt die zelfkritische stem snel naar boven (“Zie je wel, ik faal”).
Zelfcompassie is juist onvoorwaardelijk. Het zegt:
👉 Ook als het even niet lukt, ben ik nog steeds oké.
En dát maakt het zoveel krachtiger en duurzamer.
Zacht én krachtig: de twee gezichten van zelfcompassie
Kristin Neff maakt een belangrijk onderscheid tussen twee vormen:
- Zachte zelfcompassie – denk aan troost, rust nemen, jezelf geruststellen
- Fierce self-compassion – denk aan grenzen stellen, nee zeggen, voor jezelf opkomen
Soms heb je zachtheid nodig: “Ik mag even pauze nemen.”
Soms heb je kracht nodig: “Ik verdien beter dan dit.”
Beide vormen horen erbij. Het één zonder het ander is uit balans. Zelfcompassie betekent dat je leert aanvoelen wat er op dat moment nodig is – en dat je jezelf daarin serieus neemt.
Hoe ontwikkel je meer zelfcompassie?
Het begint klein. Bijvoorbeeld met deze oefeningen:
- 🌀 Let op je innerlijke stem – Hoe praat je tegen jezelf bij tegenslag?
- ✍️ Schrijf een brief aan jezelf alsof je aan een dierbare vriendin schrijft
- 🌿 Doe een korte compassiemeditatie – op YouTube zijn er vele te vinden
- 💭 Vervang “ik moet” door “ik mag” – dat kleine verschil maakt je zachter
Zelfcompassie is een spier die je kunt trainen. Hoe vaker je oefent, hoe natuurlijker het wordt.
Tot slot: dit is waar echte groei begint
Zelfcompassie is geen luxe. Het is een basis voor een gezond, evenwichtig en veerkrachtig leven.
Voor iedereen die veel geeft, maar zichzelf soms vergeet iets terug te geven.
En weet je? Je hoeft het niet alleen te doen.
🤍 Gratis intakegesprek: ontdek wat zelfcompassie voor jou kan betekenen
Wil je ontdekken hoe zelfcompassie jou kan helpen om meer rust, helderheid en kracht te voelen – zonder jezelf voorbij te lopen?
In een gratis intakegesprek kijken we samen wat jij nodig hebt en hoe ik je daarbij kan begeleiden. Persoonlijk, praktisch en op maat.